Naar de Filistijnen
Door: Chloe&Wouter
Blijf op de hoogte en volg Chloé en Wouter
28 Januari 2011 | Filipijnen, Manilla
Hallo allemaal! Wat vliegt de tijd….7 weken geleden zijn we aangekomen in de Filippijnen en wat valt er hier veel te beleven:
Aangekomen in de Filippijnen besloten we Manilla (vooralsnog) te laten voor wat het is en direct door te reizen naar het noorden van het land. Navraag bij de toeristeninformatie op het vliegveld leerde ons dat we een Jeepney moesten nemen naar de centrale bushalte. Onze eerste gedachte was: ‘Wat is een Jeepney?’ maar we besloten dat het leuker zou zijn om ons te laten verrassen. En wat een verassing: een Jeepney is een ‘bitching van!’ die zijn gelijke niet kent. Het slurpt diesel, het zit voor geen meter en het is onwijs onpraktisch, maar ze zien er fantastisch uit, versierd met religieuze leuzen en propaganda. Al meteen werd duidelijk dat het er op de Filippijnen anders aan toe gaat: pinnen is buiten de grote steden niet mogelijk en zodoende wisten we met de weinige peso’s die we uit Maleisië hadden meegenomen een hotel te vinden, waar we eigenlijk geen geld voor hadden. Gelukkig konden we het hotel met creditcard betalen (ook dat is geen gegeven in de Filippijnen) waarna we op zoek konden naar een pinautomaat. Na een lange zoektocht wisten we er zowaar één te vinden zodat we weer verder konden naar onze eigenlijke bestemming. In het noorden liggen rijstterrassen van wel 2000 jaar oud welke als één van de mooiste en meest ingenieuze ter wereld worden gezien, en vanwege de slechte bereikbaarheid wordt het nauwelijks bezocht door toeristen. Nog gewend aan het goed georganiseerde Maleisische openbaar vervoer dachten we er zonder al te veel moeite te kunnen komen, helaas bleek ook dit anders te gaan in de Filippijnen: Bussen vertrekken pas wanneer ze vol zitten (maar dan ook propvol, volgeladen met inboedel, slachtvee en bouwmateriaal) en doen uren over een klein stukje. De ritten zijn echter adembenemend. Voornamelijk vanwege de steile afgronden, afgebrokkelde wegen (waarschuwingsborden als: “beware, unstable slopes” en “slow down, accident prone area” staan overal, meerdere malen hebben we recht naar beneden de afgrond in kunnen kijken) maar het uitzicht mag er ook wezen. Dit deel van de Filippijnen wordt jaarlijks door tientallen tyfoons geraakt waardoor het repareren van de wegen onbegonnen werk lijkt (vooral met het werktempo van de Filippino’s…). Maar goed, na 3 dagen spannende busritjes te hebben gemaakt, kwamen we dan eindelijk aan bij de rijstvelden en waar we in China niks anders dan dichte mist te zien kregen hadden we deze keer een prachtig uitzicht over de rijstvelden. Een heel gebied ligt er bezaaid met rijstterrassen die prachtig tegen de berghellingen zijn aangelegd, maar voor de mooiste terrassen moesten nog een stukje verder: eerst 1,5 uur met een tricycle (nog zo’n fantastisch vervoermiddel, een aftandse brommer met een blikkige zijspan waar 3 westerlingen of 9 Filippino’s opkunnen. Ons record is 4 westerlingen en 2 Filippino’s op 1 trycicle; vaak niet duurder van een kwartje per rit) over een weggeslagen weg gevolgd door een 2 uur durende wandeling over een bergrug. Verborgen in de jungle, tussen de bergen ligt het dorpje Batad met haar prachtige rijstvelden. Behoorlijk uitgeput door de ruige, steile wandeling en de drukkende hitte moesten we dezelfde weg helaas ook weer terug…
“Vlakbij” de rijstvelden ligt ook een andere plek waar we (voornamelijk Wouter) graag naartoe wilden, namelijk een koffieplantage waar de zogenaamde civetkoffie wordt verbouwd. Civetkoffie groeit als de gewone Arabica of Robusta koffieboon aan een struik, maar wordt vervolgens opgegeten en weer uitgepoept door de Civetkat en dat proces maakt het een van de meest bijzondere (en duurste) koffiebonen ter wereld. Behalve het feit dat de plantage er was en bezoekers ontvangt wisten we er verder niets van af en dus kwamen we, na weer een lange zoektocht, uiteindelijk (onaangekondigd) terecht in een klein, afgelegen dorpje in het midden van het oerwoud waar de plantage zich inderdaad bleek te bevinden. De eigenaar was niet aanwezig (die was zijn email aan het checken in het dichtstbijzijnde stadje, 3 uur verder met de Jeepney) maar een knul zou ons wel naar ‘het kamp’ brengen. Na 20 minuten over een glibberig junglepad te hebben gelopen werden onze backpacks wel erg zwaar en begon het steeds donkerder te worden. Bovendien bleef de knul maar over een soort religie en een of ander huwelijk praten, waardoor ons het onaangename gevoel bekroop alsof we bij een of andere sekte terecht zouden komen. Op onze vraag of we niet konden omdraaien om weer terug te gaan en de plantage te laten voor wat het was, kregen we een zwaar beledigd blik van de jongen. Maar goed, onze rugzakken werden er niet lichter op en we bleken ook nog een heuvel van 600 meter hoogte te moeten beklimmen dus het werd toch echt tijd om rechtsomkeert te maken.
Eenmaal terug aangekomen in het dorpje bleek de eigenaar terug te zijn en hij nodigde ons uit om een kop koffie te drinken, aangezien de laatste (of eigenlijk enige) Jeepney om weg te komen al vertrokken was. Hoewel er wordt gewaarschuwd om niet zomaar met een spontaan gastvrije Filippino mee naar huis te gaan leken we niet echt een andere keus te hebben (bovendien had de man civetkoffie!). Om een idee te geven van de levensomstandigheden van de koffieboer: zijn huis bestond voornamelijk uit hout en golfplaten, hij had geen stromend water en pas sinds maart 2010 was hij aangesloten op het elektriciteitsnetwerk. Omdat hij geen koffiemaler had maalde hij de bonen door een glazen pot over de bonen op en neer te rollen en filterde hij de koffie door heet water door een zeefje te laten lopen, maar voor een koffieliefhebber als Wouter was dit het moment waar we voor kwamen… We konden bij hem overnachten om de volgende ochtend de Jeepney te nemen, maar we besloten om een paar dagen te blijven en hem te helpen op de plantage. (Een dag later liepen zij met zakken rijst van 25-30kg op hun schouder over hetzelfde glibberige junglepad waar wij een dag eerder hadden gelopen, toen begrepen we pas waarom het knulletje ons vreemd aankeek toen we aangaven dat onze tassen te zwaar waren voor de tocht…)
Omdat we nog maar net genoeg geld hadden voor de bus terug naar Manilla (verdomde pinautomaten!) kregen we in ruil voor wat lichte werkzaamheden eten en onderdak en kregen we ook nog een potje huisgeroosterde civetbonen mee…A coffeelover’s dream! Later hebben we hem nog wat geld opgestuurd waarmee hij gemutileerde civetkatten kan opkopen van stropers, om ze weer vrij te laten nadat ze van hun verwondingen zijn genezen (op zijn eigen plantage, dat dan weer wel…).
De dichtstbijzijnde pinautomaat was in Manilla, 12 uur met de bus waardoor we er niet aan ontkwamen om naar Manilla te gaan. Manilla is namelijk een sh*thole zonder enig toeristisch significantie waar de meeste toeristen weer zo snel mogelijk vandaan willen. Hier wordt het pas echt duidelijk dat de Filippijnen nog een derde wereldland is. De stad is een stinkende chaos, overal is armoede, mensen wonen op straat en bedelende kinderen zien zwart van het vuil. Toch lijkt Manilla gevaarlijker dan het daadwerkelijk is. Hoewel je wel moet uitkijken voor oplichters en zakkenrollers, zeggen de inwoners van Manilla over de stad: ‘Don’t walk the streets of Manilla…the polution will kill you’.
Vanuit Manilla vertrokken we een dag later naar het eiland Palawan. In de hoofdstad van dit eiland moesten we een paar dagen wachten op de verlenging van ons visum en helaas was er, zoals in alle Filippijnse steden, niks te doen of te zien. Gelukkig wisten we voor Chloé’s verjaardag wél een leuke kroeg te vinden! Samen met onze Zeeuwse vriend Niels hadden we een paar dagen eerder deze mooie kroeg al gevonden waar een hilarische ladyboy show/komedie werd uitgevoerd. De act bestond uit 2 afzichtige ladyboys en Lara, een Filippina die onwijs goed kan zingen. Na afloop hebben we nog met ze geklets wat er toe leidde dat Chloé op haar verjaardag niet kon ontsnappen aan haar podiumdebuut! (voor de geïnteresseerden, er is beeldmateriaal). Alleen de verjaardagskroon ontbrak om het tot een spetterend feest te maken.
Nadat we onze visa verlengd hadden konden we weer op weg (een dag later dan gepland omdat we door het uit de hand gelopen verjaardagsfeestje van Chloé de bus hadden gemist…). Na een 8 uur durende krappe, hobbelige rit kwamen we aan in een waar paradijsje. Bij El Nido ligt de Bacuit archipel, een verzameling van krijtsteenrotsen die hoog boven de zee uitsteekt. Bij een aantal van deze rotsen heeft zich een strand gevormd, wat samen met het kraakheldere water zorgt voor een paradijselijke uistraling. Op weg naar één van deze eilandjes werden we verrast door 2 walvissen die op een paar meter afstand van onze boot boven kwamen maar daarna weer snel de diepte indoken. Een aantal van de eilandjes zijn eenvoudig per kajak bereikbaar waardoor een privéstrand op een uurtje peddelen voor je klaar ligt.
Kerst en Oud en Nieuw hebben we op de Visayas gevierd, een eilandengroep in het midden van de Filippijnen waar de meeste ‘plaatjes’ van eilandjes liggen. Samen met Doug, een vriendelijke Wiseguy uit Brooklyn die we in Maleisië hadden leren kennen, hebben we kerst doorgebracht. Wouter heeft nog een paar mooie duiken kunnen maken en verder hebben we vooral genoten van zon, zee en strand.
Vanaf Nieuwjaar sloeg het weer echter om en heeft het eigenlijk constant geregend. Hoewel we het liefst wilden vertrekken naar Indonesië was er nog één (hele goede) reden om te blijven: elk jaar vanaf januari trekken er walvishaaien langs de kust waardoor het mogelijk is een stukje te zwemmen met deze enorme beesten; met een maximale lengte van 15 meter zijn het de grootste vissen. Walvishaaien voeden zich met plankton en ander klein voedsel en zijn dus ongevaarlijk voor mensen (wel oppassen voor de staart!). Vanwege het slechte weer en het feit dat we erg vroeg in het seizoen waren (bij aankomst in Donsol had nog niemand die we spraken er één gezien) waren we bang dat we pech zouden hebben maar op de dag dat wij het water op gingen werd er dan toch één gespot (de spotters zijn ex-walvishaaijagers en weten dus wel hoe ze het dier moeten vinden). Zolang je niet al te dicht bij het dier in de buurt komt mag je het water in om een stukje mee te zwemmen. Gedesoriënteerd door alle commotie en het beperkte zicht onder water door alle plankton hadden we niet in de gaten dat hij recht op ons afkwam waardoor we ineens een kop met bek van een meter breed op ons af zagen komen! Deze haai was ongeveer 8 meter lang, wat een fantastische ervaring! Omdat we tijd genoeg hadden zijn we een dag later nog een keer het water opgegaan en hebben we er weer een kunnen zien. Het weer werd echter opnieuw slechter en dus besloten we terug te gaan naar Manilla, om daar, een beetje tegen onze zin, in Manilla te wachten op onze vlucht naar Indonesië.
Het verhaal is wat langer geworden dan gepland maar er valt er hier heel wat te beleven en te lachen. Om een indruk te geven volgen hier wat feitjes:
Wist je dat:
1-Karaoke in de Filippijnen meer en serieuzer wordt bedreven dan in China (en daarmee waarschijnlijk elk ander land ter wereld)? Op elke straathoek is het vals gezang van een Filippino te horen en het niet serieus nemen van zijn of haar optreden wordt gezien als een ernstige belediging…
2-Wouter hier meer aandacht krijgt dan Chloé? Niet alleen van de vrouwen, maar ook van de mannen (ladyboys incluis)…
3-McDonald’s spaghetti met burger serveert, vergezeld van een verfrissend drankje van cola, softijs en chocoladesaus? Dit drankje is ook in een groene variant te krijgen…
4-Er alleen Koreanen dodelijk geraakt worden door vallende kokosnoten? ‘Another Korean bites the dust’ kopt de krant dan…
5-Koreanen door Filipino hoertjes 3-3-3 worden genoemd? 3 inches, 3 minutes, 3 thousand peso’s…
6-De mensen in het noorden er uitzien alsof zojuist al hun tanden eruit gebokst zijn? Ze kauwen daar op een verslavend goedje dat de tanden wegrot en het speeksel bloedrood maakt.
7-De Filippijnse middenstand moddervet is terwijl het overgrote deel van het land met moeite rijst met een beetje groente kan kopen?
8-Filippino’s er prat op gaan dat ze hun problemen oplossen met een lach? In feite worden de problemen door deze lach alleen maar weggewuifd en stapelen de problemen zich torenhoog op…
Tot het volgende verhaal, vanuit Sulawesi, Indonesie!
Wouter en Chloé
Aangekomen in de Filippijnen besloten we Manilla (vooralsnog) te laten voor wat het is en direct door te reizen naar het noorden van het land. Navraag bij de toeristeninformatie op het vliegveld leerde ons dat we een Jeepney moesten nemen naar de centrale bushalte. Onze eerste gedachte was: ‘Wat is een Jeepney?’ maar we besloten dat het leuker zou zijn om ons te laten verrassen. En wat een verassing: een Jeepney is een ‘bitching van!’ die zijn gelijke niet kent. Het slurpt diesel, het zit voor geen meter en het is onwijs onpraktisch, maar ze zien er fantastisch uit, versierd met religieuze leuzen en propaganda. Al meteen werd duidelijk dat het er op de Filippijnen anders aan toe gaat: pinnen is buiten de grote steden niet mogelijk en zodoende wisten we met de weinige peso’s die we uit Maleisië hadden meegenomen een hotel te vinden, waar we eigenlijk geen geld voor hadden. Gelukkig konden we het hotel met creditcard betalen (ook dat is geen gegeven in de Filippijnen) waarna we op zoek konden naar een pinautomaat. Na een lange zoektocht wisten we er zowaar één te vinden zodat we weer verder konden naar onze eigenlijke bestemming. In het noorden liggen rijstterrassen van wel 2000 jaar oud welke als één van de mooiste en meest ingenieuze ter wereld worden gezien, en vanwege de slechte bereikbaarheid wordt het nauwelijks bezocht door toeristen. Nog gewend aan het goed georganiseerde Maleisische openbaar vervoer dachten we er zonder al te veel moeite te kunnen komen, helaas bleek ook dit anders te gaan in de Filippijnen: Bussen vertrekken pas wanneer ze vol zitten (maar dan ook propvol, volgeladen met inboedel, slachtvee en bouwmateriaal) en doen uren over een klein stukje. De ritten zijn echter adembenemend. Voornamelijk vanwege de steile afgronden, afgebrokkelde wegen (waarschuwingsborden als: “beware, unstable slopes” en “slow down, accident prone area” staan overal, meerdere malen hebben we recht naar beneden de afgrond in kunnen kijken) maar het uitzicht mag er ook wezen. Dit deel van de Filippijnen wordt jaarlijks door tientallen tyfoons geraakt waardoor het repareren van de wegen onbegonnen werk lijkt (vooral met het werktempo van de Filippino’s…). Maar goed, na 3 dagen spannende busritjes te hebben gemaakt, kwamen we dan eindelijk aan bij de rijstvelden en waar we in China niks anders dan dichte mist te zien kregen hadden we deze keer een prachtig uitzicht over de rijstvelden. Een heel gebied ligt er bezaaid met rijstterrassen die prachtig tegen de berghellingen zijn aangelegd, maar voor de mooiste terrassen moesten nog een stukje verder: eerst 1,5 uur met een tricycle (nog zo’n fantastisch vervoermiddel, een aftandse brommer met een blikkige zijspan waar 3 westerlingen of 9 Filippino’s opkunnen. Ons record is 4 westerlingen en 2 Filippino’s op 1 trycicle; vaak niet duurder van een kwartje per rit) over een weggeslagen weg gevolgd door een 2 uur durende wandeling over een bergrug. Verborgen in de jungle, tussen de bergen ligt het dorpje Batad met haar prachtige rijstvelden. Behoorlijk uitgeput door de ruige, steile wandeling en de drukkende hitte moesten we dezelfde weg helaas ook weer terug…
“Vlakbij” de rijstvelden ligt ook een andere plek waar we (voornamelijk Wouter) graag naartoe wilden, namelijk een koffieplantage waar de zogenaamde civetkoffie wordt verbouwd. Civetkoffie groeit als de gewone Arabica of Robusta koffieboon aan een struik, maar wordt vervolgens opgegeten en weer uitgepoept door de Civetkat en dat proces maakt het een van de meest bijzondere (en duurste) koffiebonen ter wereld. Behalve het feit dat de plantage er was en bezoekers ontvangt wisten we er verder niets van af en dus kwamen we, na weer een lange zoektocht, uiteindelijk (onaangekondigd) terecht in een klein, afgelegen dorpje in het midden van het oerwoud waar de plantage zich inderdaad bleek te bevinden. De eigenaar was niet aanwezig (die was zijn email aan het checken in het dichtstbijzijnde stadje, 3 uur verder met de Jeepney) maar een knul zou ons wel naar ‘het kamp’ brengen. Na 20 minuten over een glibberig junglepad te hebben gelopen werden onze backpacks wel erg zwaar en begon het steeds donkerder te worden. Bovendien bleef de knul maar over een soort religie en een of ander huwelijk praten, waardoor ons het onaangename gevoel bekroop alsof we bij een of andere sekte terecht zouden komen. Op onze vraag of we niet konden omdraaien om weer terug te gaan en de plantage te laten voor wat het was, kregen we een zwaar beledigd blik van de jongen. Maar goed, onze rugzakken werden er niet lichter op en we bleken ook nog een heuvel van 600 meter hoogte te moeten beklimmen dus het werd toch echt tijd om rechtsomkeert te maken.
Eenmaal terug aangekomen in het dorpje bleek de eigenaar terug te zijn en hij nodigde ons uit om een kop koffie te drinken, aangezien de laatste (of eigenlijk enige) Jeepney om weg te komen al vertrokken was. Hoewel er wordt gewaarschuwd om niet zomaar met een spontaan gastvrije Filippino mee naar huis te gaan leken we niet echt een andere keus te hebben (bovendien had de man civetkoffie!). Om een idee te geven van de levensomstandigheden van de koffieboer: zijn huis bestond voornamelijk uit hout en golfplaten, hij had geen stromend water en pas sinds maart 2010 was hij aangesloten op het elektriciteitsnetwerk. Omdat hij geen koffiemaler had maalde hij de bonen door een glazen pot over de bonen op en neer te rollen en filterde hij de koffie door heet water door een zeefje te laten lopen, maar voor een koffieliefhebber als Wouter was dit het moment waar we voor kwamen… We konden bij hem overnachten om de volgende ochtend de Jeepney te nemen, maar we besloten om een paar dagen te blijven en hem te helpen op de plantage. (Een dag later liepen zij met zakken rijst van 25-30kg op hun schouder over hetzelfde glibberige junglepad waar wij een dag eerder hadden gelopen, toen begrepen we pas waarom het knulletje ons vreemd aankeek toen we aangaven dat onze tassen te zwaar waren voor de tocht…)
Omdat we nog maar net genoeg geld hadden voor de bus terug naar Manilla (verdomde pinautomaten!) kregen we in ruil voor wat lichte werkzaamheden eten en onderdak en kregen we ook nog een potje huisgeroosterde civetbonen mee…A coffeelover’s dream! Later hebben we hem nog wat geld opgestuurd waarmee hij gemutileerde civetkatten kan opkopen van stropers, om ze weer vrij te laten nadat ze van hun verwondingen zijn genezen (op zijn eigen plantage, dat dan weer wel…).
De dichtstbijzijnde pinautomaat was in Manilla, 12 uur met de bus waardoor we er niet aan ontkwamen om naar Manilla te gaan. Manilla is namelijk een sh*thole zonder enig toeristisch significantie waar de meeste toeristen weer zo snel mogelijk vandaan willen. Hier wordt het pas echt duidelijk dat de Filippijnen nog een derde wereldland is. De stad is een stinkende chaos, overal is armoede, mensen wonen op straat en bedelende kinderen zien zwart van het vuil. Toch lijkt Manilla gevaarlijker dan het daadwerkelijk is. Hoewel je wel moet uitkijken voor oplichters en zakkenrollers, zeggen de inwoners van Manilla over de stad: ‘Don’t walk the streets of Manilla…the polution will kill you’.
Vanuit Manilla vertrokken we een dag later naar het eiland Palawan. In de hoofdstad van dit eiland moesten we een paar dagen wachten op de verlenging van ons visum en helaas was er, zoals in alle Filippijnse steden, niks te doen of te zien. Gelukkig wisten we voor Chloé’s verjaardag wél een leuke kroeg te vinden! Samen met onze Zeeuwse vriend Niels hadden we een paar dagen eerder deze mooie kroeg al gevonden waar een hilarische ladyboy show/komedie werd uitgevoerd. De act bestond uit 2 afzichtige ladyboys en Lara, een Filippina die onwijs goed kan zingen. Na afloop hebben we nog met ze geklets wat er toe leidde dat Chloé op haar verjaardag niet kon ontsnappen aan haar podiumdebuut! (voor de geïnteresseerden, er is beeldmateriaal). Alleen de verjaardagskroon ontbrak om het tot een spetterend feest te maken.
Nadat we onze visa verlengd hadden konden we weer op weg (een dag later dan gepland omdat we door het uit de hand gelopen verjaardagsfeestje van Chloé de bus hadden gemist…). Na een 8 uur durende krappe, hobbelige rit kwamen we aan in een waar paradijsje. Bij El Nido ligt de Bacuit archipel, een verzameling van krijtsteenrotsen die hoog boven de zee uitsteekt. Bij een aantal van deze rotsen heeft zich een strand gevormd, wat samen met het kraakheldere water zorgt voor een paradijselijke uistraling. Op weg naar één van deze eilandjes werden we verrast door 2 walvissen die op een paar meter afstand van onze boot boven kwamen maar daarna weer snel de diepte indoken. Een aantal van de eilandjes zijn eenvoudig per kajak bereikbaar waardoor een privéstrand op een uurtje peddelen voor je klaar ligt.
Kerst en Oud en Nieuw hebben we op de Visayas gevierd, een eilandengroep in het midden van de Filippijnen waar de meeste ‘plaatjes’ van eilandjes liggen. Samen met Doug, een vriendelijke Wiseguy uit Brooklyn die we in Maleisië hadden leren kennen, hebben we kerst doorgebracht. Wouter heeft nog een paar mooie duiken kunnen maken en verder hebben we vooral genoten van zon, zee en strand.
Vanaf Nieuwjaar sloeg het weer echter om en heeft het eigenlijk constant geregend. Hoewel we het liefst wilden vertrekken naar Indonesië was er nog één (hele goede) reden om te blijven: elk jaar vanaf januari trekken er walvishaaien langs de kust waardoor het mogelijk is een stukje te zwemmen met deze enorme beesten; met een maximale lengte van 15 meter zijn het de grootste vissen. Walvishaaien voeden zich met plankton en ander klein voedsel en zijn dus ongevaarlijk voor mensen (wel oppassen voor de staart!). Vanwege het slechte weer en het feit dat we erg vroeg in het seizoen waren (bij aankomst in Donsol had nog niemand die we spraken er één gezien) waren we bang dat we pech zouden hebben maar op de dag dat wij het water op gingen werd er dan toch één gespot (de spotters zijn ex-walvishaaijagers en weten dus wel hoe ze het dier moeten vinden). Zolang je niet al te dicht bij het dier in de buurt komt mag je het water in om een stukje mee te zwemmen. Gedesoriënteerd door alle commotie en het beperkte zicht onder water door alle plankton hadden we niet in de gaten dat hij recht op ons afkwam waardoor we ineens een kop met bek van een meter breed op ons af zagen komen! Deze haai was ongeveer 8 meter lang, wat een fantastische ervaring! Omdat we tijd genoeg hadden zijn we een dag later nog een keer het water opgegaan en hebben we er weer een kunnen zien. Het weer werd echter opnieuw slechter en dus besloten we terug te gaan naar Manilla, om daar, een beetje tegen onze zin, in Manilla te wachten op onze vlucht naar Indonesië.
Het verhaal is wat langer geworden dan gepland maar er valt er hier heel wat te beleven en te lachen. Om een indruk te geven volgen hier wat feitjes:
Wist je dat:
1-Karaoke in de Filippijnen meer en serieuzer wordt bedreven dan in China (en daarmee waarschijnlijk elk ander land ter wereld)? Op elke straathoek is het vals gezang van een Filippino te horen en het niet serieus nemen van zijn of haar optreden wordt gezien als een ernstige belediging…
2-Wouter hier meer aandacht krijgt dan Chloé? Niet alleen van de vrouwen, maar ook van de mannen (ladyboys incluis)…
3-McDonald’s spaghetti met burger serveert, vergezeld van een verfrissend drankje van cola, softijs en chocoladesaus? Dit drankje is ook in een groene variant te krijgen…
4-Er alleen Koreanen dodelijk geraakt worden door vallende kokosnoten? ‘Another Korean bites the dust’ kopt de krant dan…
5-Koreanen door Filipino hoertjes 3-3-3 worden genoemd? 3 inches, 3 minutes, 3 thousand peso’s…
6-De mensen in het noorden er uitzien alsof zojuist al hun tanden eruit gebokst zijn? Ze kauwen daar op een verslavend goedje dat de tanden wegrot en het speeksel bloedrood maakt.
7-De Filippijnse middenstand moddervet is terwijl het overgrote deel van het land met moeite rijst met een beetje groente kan kopen?
8-Filippino’s er prat op gaan dat ze hun problemen oplossen met een lach? In feite worden de problemen door deze lach alleen maar weggewuifd en stapelen de problemen zich torenhoog op…
Tot het volgende verhaal, vanuit Sulawesi, Indonesie!
Wouter en Chloé
-
28 Januari 2011 - 07:46
Joris:
Ik wil meer afkammende feiten over de Koreanen! Hilarisch! De rest van het verhaal vond ik persoonlijk minder boeiend. Maar ja, ik heb dan zelf ook al het een en ander meegemaakt dan is het toch moeilijker om jezelf over te geven aan zo'n verhaal. Een vriend van me, Kuifje, heeft hetzelfde probleem. Schijnt hier ook wel eens te komen... Veel plezier in Indonesië in ieder geval en keep the stories coming! -
28 Januari 2011 - 09:16
Hans B:
leuk weer eens wat te lezen.. verhaal + plaatjes + baard + koffie + verjaardag, tsja, jullie lijken je niet te vervelen. Enjoy! -
28 Januari 2011 - 09:28
Natalie:
Weer een erg leuk verslag. Helemaal niet jaloers hoor, vooral niet over de walvishaai!!!
Groeten uit het steeds kouder wordende Nederland -
29 Januari 2011 - 00:04
Klaas:
Vette baard Wout!
;) -
29 Januari 2011 - 12:34
Peer En Ien:
Hee Wouter en Chloé Fantastisch verslag....Ben zelf ook een echte koffieliefhebber en heb al wat koffieboontjes tussen de kattenbrokjes gemengd, nu nog de kattenbak goed in de gaten houden... Have Fun !!! -
29 Januari 2011 - 20:29
Roelof:
Geweldig guys! Altijd weer leuk om dit soort verhalen te lezen. De koffie die ik ken van de film Bucket List heet Kopei Luak ofzo..met hetzelfde verhaal. Is het echt lekker..?? P.s. blijf lekker weg, nederland is nu -6 graden.
Groet, Roelof -
30 Januari 2011 - 14:37
Marco:
Goed verhaal mensen. Ben vooral erg nieuwsgierig naar de Kopi Luwak, is t lekker?? Wouter zie ik daar nu een baard en een buikje? 7 weken in de Filipijnen zeker ;)
Enjoy the trip!
Marco -
03 Februari 2011 - 09:19
Mama En Scarlett:
Wat' n mooi verhaal weer en we moesten vreselijk lachen om die pinautomaten! Fijne tijd nog in Indonesie en we missen jullie!
Kus mama en Scarlett
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley